Na een zomerstop waarvan je kunt zeggen dat het met recht een zomerstop was, speelden we op de eerste herfstzondag van dit jaar onder zomerse omstandigheden de eerste wedstrijd van het seizoen. Na zo’n lange pauze is het altijd weer de vraag hoe we erbij staan. Wel, beste lezer, het antwoord op deze vraag luidt: prima. Een paar licht geblesseerden, voldoende fitte spelers en een uitstekende scheidsrechter. Wat wil je nog mee? Wel, beste lezer, het antwoord op deze vraag leest u hieronder.
“Mannen, we pakken het dit jaar heel anders aan dan het rampseizoen van vorig jaar. We starten met spelen op de Barchemse manier. Dat betekent inzakken.” Deze woorden werden door onze materiaalman opgevangen met als gevolg dat niet alleen wij inzakten, maar ook de ballen. Zelden speelden wij zulke slappe ballen. Al na 5 minuten werd er besloten om daar iets aan te doen. We veranderden van spel- en balsysteem en gingen verder op de Barcelona wijze. Dat is het tegenover gestelde van dat slappe spel. Dat is druk zetten.
De grootste druktemaker van ons team werd verzocht alle ballen van extra lucht te voor zien maar omdat Dik in het veld stond (waar hij overigens bar slecht speelde) was het Martin die dit klusje wel even zou klaren.
“Wat blijf hij lang weg.”, constateerden we 10 minuten later.
“Maak je niet druk, hij is vast druk bezig.”
Dat laatste bleek inderdaad het geval. Na de ballenwissel tapten we wel even uit een ander vaatje (daarover later meer). Geen slappe ballen meer maar keiharde overtredingen, keiharde passes en bovenal keiharde ballen! En niet één keiharde bal, niet twee, niet drie, nee alle ballen waren keihard. Dus daarom bleef Martin zolang weg.
“Scheids, de bal is een ei!” stelde keeper Patrick vast, waarop scheidrechter Bartimeus repliceerde dat de bal toch echt mooi rond was.
“Je bent dan misschien niet blind en inderdaad is de bal mooi rond, maar toch is het een ei. Hij is of te zacht, of te hard, maar nooit goed.”
In de rust werd er druk gedisputeerd over hoe het nu verder moest. De grote vraag was hoeveel bar er in een bal moest.
“2,3 bar.”
“Je zit op voetbal, niet in een auto.”
“Tussen de 3,5 en 4,5.”
“Ga fietsen man.”
“Kijk het staat erop, tussen de 0,6 en 0,8 bar.”
“Maar dat is minder dan de luchtdruk buiten. Dan krijg je weer hele slappe ballen.”
“De luchtdruk buiten is nul.”
“Volgens Bart Hiemstra is de luchtdruk vandaag 1024 millibar, dus dat klopt niet.”
“Waar is hier de minibar?”
“Het is Gerrit Hiemstra, niet Bart”
“Gerrit is gestopt. Bart is zijn broer.”
De spanning nam flink toe en het was maar goed dat de scheidsrechter van dienst dit aanvoelde en snel met de tweede helft begon. Hij was barstens druk geweest en had alle ballen hoogst persoonlijk en puur op gevoel op de juiste spanning gebracht waardoor er in de tweede helft geen excuses meer waren voor het bar slechte spel, want dat bleef traditie getrouw bar en boos. Omdat er maar niet gescoord werd bleef de spanning er tot het eind goed in en na de laatste fluitsignaal en een 0-0 uitslag vertrokken we zoals gewoonlijk gewoon naar de Zonnebloem waar we ditmaal eens niet aan de tafels gingen zitten maar aan de bar gingen hangen en Kim een plaat opzette.
"De bal is harder dan ik hebben kan.
Harder dan ik drinken kan.
De bal is harder dan de grond aankan.
Harder dan ik hebben kan".
Hakan ging naar de barbier, de barista serveerde koffie, een enkeling nam bar le duc, maar de overgrote meerderheid koos natuurlijk het speciaal biertje van de maand.
Barbar Honing bier.